Ik voel me anders – over de gevolgen van verlaat verdriet
Vijf redenen waarom iemand die als kind een ouder verloor zich anders kan voelen (ook als volwassene)
Je anders voelen door het vroege overlijden van je vader of moeder is iets wat ik vaak hoor van mensen die ik spreek over verlaat verdriet. Door het schrijven van mijn e-book over de lange termijn gevolgen van jong ouderverlies), spreek ik de laatste tijd vaak mensen van wie de vader of moeder is overleden toen zij nog kind waren. Een van de dingen die deze mensen me zeggen is dat ze zich vaak ‘anders’ voelen dan anderen. Ze voelen zich vaak buitenstaander in de groep waar ze bij horen (eerst op school, later in hun studie en werk). Ook in intieme relaties kan sprake zijn van zich anders voelen. Daardoor kan een gevoel van interne eenzaamheid ontstaan, waar ze zelf de oorzaak niet van snappen. Waar komt dit gevoel van anders zijn en eenzaamheid toch vandaan ben ik me af gaan vragen. Hier mijn analyse. Ik ben benieuwd wat je ervan herkent in je eigen leven, als je ook jong een ouder bent verloren.
Reden 1: Het verdriet dat je als kind had, paste niet in het leven dat je leidde
Als je als kind je vader of moeder verliest, heb je iets meegemaakt, waar de meeste mensen pas decennia later mee geconfronteerd worden. De dood van je vader of moeder is een levensveranderende gebeurtenis. Als kind ben je op school in een omgeving die gericht is op leren en lol maken. Daar hoort verdriet niet bij, en daarom heb je het verdriet misschien wel weggestopt. Klasgenoten van wie beide ouders nog leven snapten niet dat je verdrietig was. Ze denken dat je verdriet alleen maar kan uiten door te huilen. Maar dat deed je niet, want je wilde niet zielig gevonden worden; je wil erbij horen. Dus ben je je gaan terugtrekken om het verdriet niet te laten zien, of je ging juist de clown uithangen. Beide reacties leiden ertoe dat je van binnen een eenzaamheid bent gaan ervaren die je niet kan duiden. Je hebt je met je gedrag misschien ook wel letterlijk buiten de groep geplaatst, waardoor je de aansluiting met leeftijdgenoten miste. Dit patroon kan zich doorzetten in de volwassenheid, waarbij je je nog steeds vaak anders voelt dan anderen.
Reden 2: Je hebt moeite met oppervlakkigheid
Als je als kind je vader of moeder verliest, ben je vaak ernstiger dan mensen in je omgeving. Je hebt al heel vroeg geleerd wat écht belangrijk is en bent niet snel onder de indruk van in jouw ogen onbelangrijke zaken. Over koetjes en kalfjes praten staat je tegen, en dat zal je dan ook liever vermijden. In de huidige samenleving lijkt het vaak om oppervlakkigheid te draaien en in een omgeving waarin het wel belangrijk wordt gevonden om over het weer of de laatste aflevering van een tv-show te praten, voel je je niet op je gemak. Je voert liever diepgaande gesprekken over de zaken die jou écht interesseren. Op netwerkgelegenheden en feestjes ben je dan ook vaak niet op je best. Maar ook in relaties, kan je het lastig vinden als de ander de diepgang niet met jou wil opzoeken.
Een oorzaak van de moeite met oppervlakkigheid kan zijn dat mensen die op jonge leeftijd een ouder zijn verloren, een stevige basis missen, doordat die op jonge leeftijd is weggevallen. Je bent op zoek naar houvast. Vluchtige gesprekken geven dat houvast niet, en kunnen daardoor onaangenaam als je als kind je vader of moeder verloren bent.
Reden 3: Geen keuzes maken die bij jou passen
Iemand die op jonge leeftijd zijn vader of moeder verliest, heeft niet geleerd om keuzes te maken die echt bij hem of haar passen. Misschien herken je dat ook? Door het vroege overlijden van je ouder, veranderde plots alles om je heen. De overgebleven ouder was minder beschikbaar doordat deze bezig was met het eigen verdriet, en de aandacht voor jou verminderde daardoor. Als gevolg daarvan kreeg je niet de structuur en regels die je als kind nodig had. Je kan daardoor later moeite hebben met zelfdiscipline, maar ook met het maken van keuzes.
Bij het kiezen van een vervolgopleiding, ontbreekt soms de begeleiding van de ouder. Je moest het grotendeels zelf uitzoeken, en was daar nog niet op voorbereid. Daardoor heb je in het verleden misschien keuzes gemaakt, die eigenlijk niet zo goed bij jou passen. Dit kan er weer toe leiden dat je je blijft afvragen of het pad dat je uiteindelijk gekozen hebben, het pad is dat bij jou past. Daarmee kan ook een gevoel van ‘anders zijn’ ontstaan, want iedereen om je heen lijkt wel goed te weten wat ze met hun leven willen.
“hij had het gevoel dat hij nog altijd in het duister tastte; hij had wel een pad gekozen, maar keek steeds achterom, bang dat hij de tekens verkeerd beoordeeld had en misschien toch de andere route had moeten nemen”
J.K. Rowling: Harry Potter : De relieken van de dood (geciteerd uit het verlaat verdriet (ver)werkboek van Titia Liese)
Reden 4: Verantwoordelijkheden op je nemen die niet van jou zijn
Door de vroege dood van je ouder, kan bij jou het gevoel zijn ontstaan dat je de rol of de taken van de overleden ouder op je moet nemen. We noemen dit ook wel plekverwarring (naar het aanbevelenswaardige boek van Alice Coerts: ‘van burn-out naar levenszin’). Van plekverwarring is sprake als het kind taken en verantwoordelijkheden op zich neemt die niet passend zijn bij zijn leeftijd. Het kind doet dat omdat het onbewust onvolkomenheden ziet in het systeem van het gezin van herkomst, waarvan het denkt dat het zijn of haar taak is die onvolkomenheden op te lossen. Later, op andere plekken zoals op het werk, zet dit patroon zich voort. Herkenbaar?
Het verantwoordelijkheidsgevoel, past niet bij de daadwerkelijke verantwoordelijkheden. De werknemer vindt dat hij onvolkomenheden moet oplossen en voelt zich daarbij ook superieur aan collega’s die het er ‘maar bij laten zitten’. Dat leidt tot een gevoel van anders zijn. Uiteindelijk kan dit er ook toe leiden dat te veel hooi op de vork wordt genomen, en dit kan dan weer leiden tot overspanning en uiteindelijk ook burn-out.
Reden 5: Aangetaste geheugenfunctie
Jong ouderverlies doet wat met het geheugen. Ik schreef hier eerder een blog over. Door het trauma dat jong ouderverlies is, is het geheugen bij sommige mensen die in hun jeugd hun vader of moeder verloren aangetast. Dat komt doordat de hersenen bij deze kinderen voortdurend in alarmstand staan. Want dat vreselijke dat toen gebeurde, kan zomaar nog een keer voorvallen. Het gevolg hiervan is dat herinneringen aan de jeugd, maar ook van later, niet gemakkelijk naar boven gehaald kunnen worden. De herinneringen zijn er wel, maar ze zijn zo goed opgeborgen, dat ze niet als vanzelf naar boven komen. Als er in een vriendengroep dan herinneringen worden opgehaald aan hoe het vroeger was, dan kan dat er ook toe leiden dat iemand zich anders voelt, doordat hij of zij dit soort herinneringen helemaal niet heeft.
Voel jij je anders door de vroege dood van je vader of moeder?
Dit zijn wat mij betreft allemaal redenen waarom iemand die jong zijn vader of moeder verloren is, zich op latere leeftijd anders kan voelen. Ik ben benieuwd: herken je hier iets van. Laat het me vooral weten. Dat kan je doen door mij te mailen.
En wil jij in gesprek met mij om te onderzoeken hoe jij bent omgegaan met de gevolgen van het vroege verlies van je vader of moeder? Neem dan contact met me op. Misschien is een wandelcoachtraject wel iets voor jou. In dat traject ga jij onder mijn begeleiding onderzoeken wat de gevolgen zijn geweest van het vroege overlijden van je ouder. Maar vooral ook, hoe je vanaf nu verder wilt met dit gegeven, zodat je weer voluit kunt gaan leven. Want je anders voelen is zo gek nog niet, zolang het je maar niet belemmert om dat te doen waar jij écht van gaat leven.
Wil je meer lezen over de lange termijn gevolgen van jong ouderverlies? Download dan mij e-book: ‘Verlaat verdriet vergaat niet’.